Of ik geïnteresseerd zou zijn om deel te nemen aan een zending in samenwerking met AZV naar Murunda in Rwanda, want er is daar nood aan ziekenhuishygiënisten. Dat was de vraag die ik anderhalf jaar geleden toegespeeld kreeg door Ivo. Al sinds mijn kinderjaren was het een stille droom om naar Afrika te gaan, en ook in het dagelijks leven heb ik de neiging om te kiezen voor de zwaksten of de underdog. Uiteraard wou ik dus graag meegaan.
Voor de leken: ziekenhuishygiëne is de oudere term voor infectiepreventie. Een ziekenhuishygiënist is dus iemand die alles in het werk stelt om infecties (ontstekingsprocessen) die het gevolg zijn van een opname in het ziekenhuis, van een behandeling, operatie of onderzoek…… te voorkomen. En dat kan op allerlei manieren, te beginnen met reinigen en ontsmetten, over de keuze voor goede materialen, tot het uittekenen en aanleren van de beste manier om allerlei zorgen toe te dienen, en tenslotte het steriliseren van materialen om operaties en onderzoeken zo veilig mogelijk te laten verlopen. Daarbij komen nog de behandeling van linnen en het verzamelen en verwijderen van afval. Ik dacht dus dat ik me wel nuttig kon maken in Murunda.
Ik was verwittigd dat een ziekenhuis ginder niet te vergelijken is met een van bij ons. Dat ginder “niets” is, en er een massa werk te verrichten is. Dus ik dacht dat ik voorbereid was. Niets bleek minder waar. De reis naar het ziekenhuis wordt vanaf halfweg hallucinant; de Camel Trophee beschikt over betere wegen en ik maakte de trip in het droge seizoen. Wat moet dat zijn in het regenseizoen??? Bovendien word ik gevoerd in een 4×4, heb geen barensweeën, gebroken heup of een acute opstoot van malaria. Mijn empathie voor de kraamvrouwen en patiënten was geboren vóór ik er zelfs eentje ontmoet heb.
Het ziekenhuis dan. We worden overal zeer enthousiast verwelkomd en de volgende 2 dagen blijf ik in het kielzog van mijn collega-zendeling Inge. Zij is aan haar 6de missie toe en dus een droom om het ziekenhuis mee te verkennen en de artsen en verpleegkundigen te leren kennen. Ik hou oren en ogen open, en geraak stilaan meer en meer vertwijfeld. “Niets” is nietser dan ik ook maar had kunnen veronderstellen. Wat kom ik hier in mijn hoedanigheid van ziekenhuishygiënist doen?
Lees nog eens de omschrijving van infectiepreventie: ‘te beginnen met reinigen en ontsmetten’. De vloeren en de buitenkant worden met volle overgave gepoetst, maar meubels, materialen, toestellen ontspringen de dans. Op de afdelingen is amper stromend water; er wordt dan wel een waterton voorzien, maar het gebruik in de zorg is omslachtig, tijdrovend en alles behalve veilig. Als je niet kan reinigen legt dat meteen ook een hypotheek op ontsmetten en steriliseren. Ik denk aan de lessen EHBO bij brandwonden: ”Water, water, niets dan water. De rest komt later.” Zéér toepasselijk, ook hier. En daarom ben ik zeer verheugd om, bij een bezoek aan een ziekenhuis in de buurt, een mogelijke, voorlopige verbetering van de waterton te vinden: de Kandagira Ukarabe. Daarbij staat de waterton op een staander en via een voetpedaal met hefboom kan “stromend” water nagebootst worden. Valkuil: de ton moet wel dagelijks gereinigd en gedesinfecteerd worden, anders wordt ze een infectiebron op zich. Maar alleszins een verbetering tegen de huidige situatie in Murunda.
In de loop van de eerste week, kan ik een opleiding geven over reinigen, desinfecteren én over handhygiëne, een ander werkpunt in het ziekenhuis. We geven de kennis door, oefenen de praktijk, en observeren nadien of er voldoende toepassing is tijdens het uitvoeren van de zorgen. Dàn is er aandacht voor het verstrekken van de handalcohol. Alle dispensers zijn leeg of danig de vervaldatum voorbij. Dus worden ze opgehaald, uitgewassen, gevuld met door ons nieuw aangemaakte handalcohol en teruggeplaatst samen met de handleiding voor gebruik. De agents des centres de santé doen enthousiast mee en tolken voor de patiënten die alles met grote ogen aanzien.
Bij de zorgverstrekkers staan we voor een onverwacht probleem. In de plaatselijke Afrikaanse cultuur eet men met de handen. De handalcohol laat een bittere smaak na op de handen waardoor men de handontsmetting zo weinig mogelijk toepast. Niet echt de bedoeling uiteraard, en we nemen deze wetenschap mee naar huis als werkpunt.
Een zending van 2 weken is zeer kort om daadwerkelijk iets te kunnen observeren, aanleren, opvolgen en bijsturen. We laten aan de leidinggevenden een paar opvolginstrumenten na in de hoop dat zij zullen bestendigen wat we adviseerden. Zeer eenvoudige opvolgingen om mee te beginnen en de voornemens zijn zeker positief. Grappig en ontroerend: op onze laatste dag in Murunda staan alle nachtkastjes buiten en wordt er geboend dat het een plezier is om te zien.
Terug thuis kan ik veel meer relativeren. Én maak ik plannen voor een volgende zending. Want ik wil graag weten of er tegen dan iets veranderd is in Murunda, of men iets gedaan heeft met de aangereikte kennis en opvolginstrumenten. Spannend dus!
Hilde Sacré
ziekenhuishygiënist az Sint-Blasius